Mobiliteit is een basisvoorwaarde voor de toegankelijkheid van het maatschappelijk aanbod.

 

VZW Overleg van Diensten voor Aangepast Vervoer (ODAV) verenigt 14 diensten die aangepast vervoer aan een sociaal tarief aanbieden in de Vlaamse Gemeenschap. Deze diensten liggen verspreid over een aantal regio’s in Vlaanderen en bieden vervoer aan mensen die omwille van een mobiliteitsbeperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Het vervoer is vraagafhankelijk, van deur tot deur en alle dagen van de week en het weekend beschikbaar. Iedere dienst beschikt over een of meerdere voertuigen die toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers.

De vereniging heeft tot doel te fungeren als overlegorgaan tussen deze diensten en wil instaan voor informatie-uitwisseling, praktische samenwerking en het beter op mekaar afstemmen van de werking van de aangesloten diensten.

 
 
P8261166.jpg
 

Drukkingsgroep

Daarnaast wil de vereniging een drukkingsgroep zijn om het beleid ervan te overtuigen voldoende middelen te voorzien voor de uitbouw van een volwaardig netwerk van Aangepast Vervoer in de Vlaamse Gemeenschap.

Zich vlot verplaatsen is immers voor de overgrote meerderheid van de burgers een dagelijkse vanzelfsprekendheid. Zij beweegt zich op eigen kracht, gebruikt de eigen wagen of neemt een taxi, bus of trein. Dit geldt niet voor personen die door een beperkte mobiliteit geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Hun bewegingsbeperktheid verhindert hen om gebruik te maken van de bovenstaande verplaatsingsmiddelen. Bovenop de bewegingsbelemmering door een handicap komt dus ook nog een mobiliteitsbeperking.

Al te dikwijls leidt dit tot verlies van kansen op het vlak van wonen, opleiding, ontspanning en tewerkstelling. Mobiliteit blijkt een basisvoorwaarde te zijn voor de toegankelijkheid van het maatschappelijk aanbod. Een oplossing voor dit mobiliteitsprobleem kan dus niet achterwege blijven.

 
IMG_7329.jpg
 

ODAV vertrekt vanuit 5 basisideeën
m.b.t. het recht op mobiliteit:

1.

Het recht voor minder-mobiele personen op toegankelijkheid van het maatschappelijk aanbod, evenwaardig  aan de toegankelijkheid hiervan  voor mobiele personen. Het recht op toegankelijke mobiliteitsvoorzieningen is een voorwaarde hiertoe.

2.

De inspanningen op vlak van toegankelijkheid, van opleiding, scholing, tewerkstelling, huisvesting, cultuur en welzijn voor minder-mobiele personen renderen pas wanneer ook de mobiliteit van deze personen gegarandeerd is. Uit werken gaan, naar school gaan, zelfstandig (blijven) wonen, deelnemen aan het sociale leven eisen een geregeld en verzekerd gebruik van mobiliteitsvoorzieningen.

3.

De positieve vaststelling dat de technologie grote vooruitgang boekt in de medische revalidatie en daartoe ook heel wat middelen toegewezen krijgt. Daarnaast is er de overtuiging dat het aanbod aan sociale mobiliteitsvoorzieningen, in functie van de sociale revalidatie, evenwaardig moet aansluiten op de gerealiseerde medische revalidatie.

4.

De overtuiging dat actueel in alle lagen van de bevolking de beeldvorming m.b.t. minder-mobiele medeburgers meer  vertrekt van gelijkwaardige mogelijkheden en talenten dan van hun beperkingen, zodat onze vraag naar toegankelijke vervoersvoorzieningen op een reëel draagvlak berust.

5.

Het is van essentieel belang te onderkennen dat de minder-mobiele persoon een oplossing zoekt voor zijn algemene mobiliteitsvraag, hetgeen niet te herleiden is tot het losstaand van elkaar beantwoorden van de vraag naar georganiseerd individueel vervoer, naar aangepast openbaar vervoer en naar individueel persoonlijk vervoer via de toekenning van een persoonlijk budget.